Over ons

Ontstaan Hartrijders

Het zijn niet alleen sprookjes die beginnen met… er was eens…

Dit is een waar gebeurd verhaal dat begint met er waren eens enkele mensen met gekke ideeën en een goed hart. Waar en hoe het verhaal gaat eindigen weten we voorlopig nog niet. We denken er trouwens nog niet aan ook. Ik zou zeggen, ga rustig zitten en geniet van het eerste deel van onze historie. Het verhaal van de Hartrijders.

Er waren eens drie brave jongens die graag met speelgoedtreintjes speelden. Om hun hobby te kunnen uitoefenen waren ze aangesloten bij een modeltreinclub te Sint-Niklaas. Zoals iedere jongeling hadden zij ook hun dromen. Misschien wilden ze niet alleen met treintjes rijden en ze droomden ook over andere vervoermiddelen.

In een ver verleden hadden Joris en ik ons al onledig gehouden met het prutsen aan, en rijden met bromfietsen. Ikzelf met types als Flandria en Sparta. Sachs en JLO-motoren hadden voor mij geen geheimen meer. Als zestienjarige verplaatste ik me dan ook met een vehikel dat een top van 65 kmlh had, met versnellingen aan het stuur en dat in gang getrapt werd door middel van pedalen. Joris daarentegen koos reeds vroeg voor de hi-tech uit het land van de rijzende zon. Hij scheurde rond op wat toen tot het beste in zijn soort behoorde, namelijk een Yamaha RD 50cc. Wat de voorgeschiedenis van Tony betreft kunnen we kort zijn wat betreft tweewielers, hij had enkel ervaring op een fiets.
Begin jaren tachtig kon ik het ware motorleven in- of liever opstappen. Op een afdankertje van de Gentse stadspolitie (een BMW R60/5) leerde ik hoe het moest of misschien wel niet moest. Na de overjaarse Beier kwam er een oosterling in de plaats. Gedurende twee jaar mocht ik het Vlaamse land onveilig maken op een Yamaha XS 650. Met veel twijfels overladen verkocht ik de Yam om te trouwen, te vermenigvuldigen en te bouwen. Maar diep in mijn binnenste bleef de motormicrobe verder woekeren.

In de modelbouwclub werd af en toe ook eens over wat anders dan treintjes gepraat en zo kwam ik tot de bevinding dat die treintjes niet onze enige hobby waren. En op een zekere dag gebeurde het, Joris kwam naar de vergadering op een motor. Tijdens een van zijn betaalde speurtochten door onze hoofdstad had hij een Honda VT 500 C op de kop kunnen tikken. Met deze machine zou hij aan zijn tweede jeugd kunnen beginnen. Na een reisje naar Scandinavië had hij de smaak goed te pakken, maar het Honda’tje bleek wel wat licht om de halve aardbol mee af te schuimen.
De Honda VF 750 F moest en zou de custom vervangen. Door zijn verhalen (wilde en andere) had Joris het hoofd van Tony goed zot gemaakt en enkele dagen later stond Joris’ eerste machine bij Tony in de garage. Na enkele probeersels in het plaatselijke industriepark nam Tony een goed besluit en nam de eerste motor van Joris over.

Op de vergadering van de modelbouwclub zag je vanaf toen dat Joris en Tony meer bezig waren met hun tweewielers en het voorbereiden van zondagse tripjes. Zo kwam het dat onze twee stoere mannen zich die zondag naar Antwerpen begaven waar het toenmalig grootste Vlaamse motortijdschrift een massatreffen organiseerde ten voordele van de MS liga. Door hun inschrijving maakten de deelnemers kans om een heuse motorfiets te winnen. Aangezien het altijd dezelfde zijn die geluk hebben was het Joris die diezelfde avond naar huis kon rijden met een spiksplinternieuwe Honda CBR 600.
Tony had reeds lang natte dromen over de Amerikaanse legende en reed op zijn uitstapjes steevast eens langs de vitrine van de Sint-Niklaase Harley dealer. Na enkele maanden van dromen en kwijlen stapte hij de Harley-shop binnen en onder het motto een zware is de ware tekende hij de bestelbon voor een Heritage Softail Classic. Als ik onze twee motorvrienden hun verhalen hoorden kwam het water mij natuurlijk in de mond en toen Tony zich al een beetje op zijn gemak begon te voelen kon ik me niet langer meer inhouden en vroeg ik of ik eens een keertje mee zou mogen rijden. Ik kon het natuurlijk ook aan Joris vragen, maar ik zag mezelf met mijn bijna dubbele meter, wel niet zitten achter op de CBR. Zo gingen we die zondag-morgen, in juni 1992, op de Antwerpse grote markt een aperitiefje drinken. Joris had zijn kersverse schoonbroer Gino meegebracht en ik stak achterop de Harley een kop boven Tony uit. Tijdens het aperitief groeide het idee om tijdens de grote vakantie eens een heuse motortrip te ondernemen.

Zo kwam het dat we op zondag 15 augustus de Westerschelde overstaken en onze steven richting Zeeland wendden. Naast Joris met duo Gino, Tony met ondergetekende achterop waren er ook nog Jo Vos met Bart, Eddy Bauwens en nog enkele collega’s van de respectievelijke deelnemers. We vertrokken op de grote markt te Sint-Niklaas en onder een stralende zon reden we via Hulst, Kruiningen, Middelburg en Veere de regen tegemoet. Na de middag verdween de zon en een poosje later zouden we, zoals in de toekomst nog meermaals zal blijken, onze rit verder zetten in de gietende regen.

Onze eerste toerrit uit het pré-Hartrijderstijdperk viel dus letterlijk in het water. Maar geen gezeur over het weer, we maakten een afspraak om het eerste weekend van september de Vlaamse Ardennen onveilig te maken.
Bij Joris rijpte al een tijdje het idee om eens iets te organiseren t. v. v. het goede doel en met het winnen van de MR voor MS-motorfiets had hij nog een motief om zijn goed hart te tonen. Tussen pot en pint had ik al laten verstaan dat ik graag wilde meewerken om een initiatief uit de grond te stampen. Wat het moest worden wisten we nog niet, maar het goede hart en motor-rijden samenbrengen leek ons wel iets.

Ondertussen was de sluimerende microbe in mij terug wakker gemaakt en was ik op zoek gegaan naar een geschikte tweewieler. Aangezien ik nog maar net in mijn nieuwe woning getrokken was kon ik niet echt over een budget beschikken. Na enkele dagen goed zoeken vond ik door toedoen van mijn neef iets dat me wel van pas zou kunnen komen. In het Mechelse stond een monument uit de naoorlogse motorgeschiedenis te koop. Na enig afpingelen kon ik me de trotse eigenaar noemen van een Honda CB 750 F1 uit 1976. Na een paar nieuwe banden en een onderhoudsbeurt kon ook ik weer na jaren terug de baan op. Joris had ondertussen via zijn Honda, kennis gemaakt met Jean D’Hollander. Die had hem verteld over de vroegere Moerzeekse motorclub. De Motorvrienden Moerzeke richtten tot in 1986 elk jaar in oktober een HERFSTRIT in. Was deze HERFSTRIT misschien wat we aan het zoeken waren.

Jean d’ Hollander en Vera Van Brussel stelden ons voor om eens contact op te nemen met Rie Mijs en Guido Claessens, de drijvende krachten achter de vroegere MV Moerzeke. Op 30 augustus belegden we bij Joris thuis een vergadering. Buiten Joris, Tonyen mezelf, waren ook Jean, Guido, Rie, Vera en nog twee oudgedienden van MV Moerzeke aanwezig. We gooiden onze voorstellen op tafel en alhoewel niet iedereen van de aanwezigen unaniem achter ons stonden, kregen we alsnog de toelating om in navolging van MV Moerzeke ons initiatief “HERFSTRIT” te dopen.
Zoals vroeger het geval was zou ook nu Jean voor de sponsoring zorgen. Voor de eerste prijs zou hij ons zelf een heuse bromfiets Honda Wallaroo schenken. Op diezelfde vergadering werden ook de statuten voor onze club goedgekeurd.
Het zou een vzw worden met als doel het organiseren van een motorevenement ten voordele van het goede doel. Joris werd voorzitter,Tony secretaris en ikzelf penningmeester. Na de publicatie van de statuten in het Belgisch staatsblad was het dus eindelijk zover. De vzw Hartrijders was geboren. De keuze voor de naam was rap gemaakt, we vonden hem zelfs zeer origineel.

De volgende zondag zouden we zoals afgesproken naar de Vlaamse Ardennen rijden. Maar toen we ’s morgens op de grote markt van Dendermonde bijeenkwamen was iedereen al kletsnat en half weggewaaid. Na enkele verwarmende drankjes werd besloten, gezien de weersomstandigheden af te zien van onze trip. Terug in Hamme aangekomen besloten Joris en ik om met de auto (het regende nog altijd) de route voor de Herfstrit verder te verkennen en op punt te zetten. Via Sint-Niklaas, Haasdonk, Kruibeke, Beveren, Zwijndrecht, Melsele , Doel, Saeftinge, Kieldrecht, Meerdonk,Stekene, Moerbeke, Eksaarde, Sinaai en waasmunster kwamen we terug in Hamme. Het parcours stond in grote lijnen op papier en ook al een beetje in ons fotografisch geheugen gegrift.

Aangezien er nog andere zaken moesten gebeuren dan het uitstippelen van een route, gingen we dan ook aan de slag om alles verder in elkaar te boksen. Hiervoor konden we rekenen op de raad en daad van Vera. Zij had vroeger ook het secretariaat van de herfstrit gedaan en via Jean beschikte ze over de nodige contacten. Joris bewees met schaar, papier en lijm dat hij niet voor niets naar de kleuterschool geweest was en toverde zowaar een mooie affiche uit zijn mouw. De affiche werd gedrukt met een oplage van 150 stuks en verdeeld over het Vlaamse land.
Aangezien we in die tijd wel een schatbewaarder maar geen schat hadden en omdat koken geld kost zaten we dus wel met een klein probleempje. De goede ziel kwam weer uit de entourage van de vroegere MV Moerzeke en de goede man leende ons zomaar 50.000 frank, terug te betalen na de Herfstrit, indien er nog wat over was. Dit feit bewijst nog maar eens dat ze in Moerzeke blij waren met de wedergeboorte van hun herfstrit. We kregen ook elke dag meer de indruk dat we bij de oude “MV Moerzekers” iets wakker gemaakt hadden, want naarmate de klok verder tikte werden ook zij nog enthousiaster.
We hadden toen ook al de eerste contacten met de V.V.A gehad. Het was net de periode dat Bob Savenberg en Stef Bos een hit hadden met de singel -Breek de stilte- (een liedje dat ging over autisme). Het bleek dat autisme nog niet erg bekend was en dat de vereniging zeker een financieel steuntje kon gebruiken. We hadden dus onze doelstelling bereikt. We konden nl een motorrit organiseren voor het goede doel.
Ondertussen lieten sponsors ons weten dat ze ons materieel of financieel gingen steunen. Dat maakte dus dat we stilaan over een mooie prijzentafel konden beschikken. Ook in de pers werd ons initiatief toegelicht, naast artikels in de plaatselijke pers toonde ook, het toen nog jonge motorblad “Motoren en Toerisme” zijn interesse. Naast een afdruk van onze affiche zouden ze ook een artikel aan ons initiatief besteden.
De zondagen die nu kwamen gingen volledig op in het verkennen van de rit. Naast de drie stichters bestond de groep uit Rie, Guido, Dirk Cammerman, Paul Weyn, Eddy Bauwens en Wim Troch. Reeds na de eerste verkenning kregen we complimenten over onze gekozen route. Ik kreeg de eer en het genoegen om met de goede oude Honda CB de ganse meute door de polder te loodsen. Het gaf me een fier gevoel om als bleu de aanvoerder van een groep te zijn waarvan sommigen reeds een paar keer rond de wereld waren gereden. Alle rijders voelden zich blijkbaar goed in hun sas bij de groep want allen zouden ze nadien lid worden van de Hartrijders.

Zoals ik al schreef was het niet alleen leuk om de groep aan te voeren, tevens deed ik hier op korte tijd heel wat motorervaring op.
Op zaterdag 17 oktober 1992 gingen we de wegwijzers hangen. Waar de vroegere organisatoren steevast twee dagen voor nodig hadden klaarde (Joris, Gino, Eddy, Johny en ik de klus in één dag. Ook voor ons was het natuurlijk geen sinecure, want vertrek en aankomst niet inbegrepen waren er zeven controleposten.

Stilaan kwam de dag des oordeels naderbij en op vrijdagavond 23 oktober had in het feestzaaltje van het toen op sterven na dood café De Klok de briefing plaats. Naast de zogenaamde Hartrijders en hun partners werd ook nog een beroep gedaan op familieleden en enkele mensen uit de kennissenkring van Jean D’Hollander.

Johan Cattryse zou in de aankomstplaats (feestzaal De Zouaaf) instaan voor het klaarmaken van de boterhammen en de koffie. Dholda en Touring wegenhulp zouden instaan voor de dépannage. Geert uit de treinenclub zou met zijn camionette instaan voor het repatriëren van eventueel gestrande motoren. Tevens zou hij onze cameraman vervoeren.
We hadden voor onze eerste herfstrit een lijst met 36 officiële medewerkers. Op de briefing werden dus naast de taakverdeling ook nog de laatste schikkingen getroffen om alles zo goed mogelijk te laten verlopen. Marc Herremans van de V.V.A kwam een woordje uitleg geven over de werking van hun vereniging.

Op zaterdag 24 oktober 1992 trokken we met onze “maagd’ de baan op. In die tijd was onze maagd nog een echte vrouw (maar waarschijnlijk geen echte maagd, ze is namelijk schorpioen). Hilde vervulde haar taak zoals het van een maagd verwacht werd en onder de strenge supervisie van ome Rie werden hier en daar nog wat pijlen bijgehangen.

Vooraleer we de zaterdagavond onder de wol kropen keken we nog vlug even naar het weerbericht. Hier moeten we eerlijk toegeven dat we wel wat meer steun verwacht hadden van onze openbare omroep. Ik citeer even wat Bob De Richter met zijn, toen welgekende grijns, verkondigde: “Morgen krijgen we stormwind en regen die met bakken uit de hemel zal vallen, het wordt dus echt een zondag om gezellig thuis te blijven.” Dank u BRT riep ik en ging slapen. Morgen was het de grote dag en ondanks alles waren we er klaar voor.

Philippe Snoeck,
Medeoprichter en oud voorzitter van de hartrijders.